dinsdag 28 december 2010

Mooi en meedogenloos: cherchez l' alfafemelle . Wat organisaties van soaps kunnen leren 2.

"Cherchez la femme" is het advies van Alexandre Dumas. Een advies dat organisatiedeskundigen en managementgoeroes halsstarrig in de wind slaan en dat de makers van soaps dagelijks in praktijk brengen. Voor wie het wil zien natuurlijk. JR Ewing, Eric, Ridge and Thorne Forrester, Craig en James Stenbeck waar zouden zij zijn zonder Miss Ellie, Stehanie, Brooke, Sally, Barbara en Margo? Nergens, de ware macht ligt bij de dames. Zij konkelen en schemen dat het een lust is en houden dat ook nog eens 10-tallen jaren vol. Dus organisatiewatchers: "Cherchez l'alfafemelle", houd de macht van vrouwen en de machtige vrouwen in de gaten. "She is here to stay", maar je ziet het pas als je het door hebt.

De soap is ogenschijnlijk doelloos en zonder resultaat. Dat zit 'm in de clou van de soap, die is er namelijk niet. Soaps zijn circulair, niet lineair. Op een gegeven moment kom je weer op het punt waar je al was, maar dat geeft niets. Hangseries gaan over het leven zelf: dat moet worden geleefd, met ups en downs. There is no point in it. Het eindigt nooit, maar er is wel telkens een cliffhanger. Je ziet ook iedere verhaallijn vanuit meerdere perspectieven. Daardoor gaan kijkers meeleven, speculeren over de verhaallijn, raken betrokken en worden fans. Er is nu al een genre in opkomst waarbij het publiek mee kan denken over de verhaallijnen: "fanfictie".
Konden we zo ook maar meer naar onze organisaties kijken: ze zijn voortdurend in beweging, we speculeren en schemen ons suf, maar eindigen vroeger of later weer bij af. Is het erg? Nee: het houd ons betrokken, het houdt ons bezig, we hebben het er over en het smeedt een band. Alle meepraat- meedenk- en heisessies: fanficties over eeuwige hangseries.

Kijkt u wel eens naar The Killing, The Closer, Criminal minds, the Wire, Silent Witness of een andere policier. Zelfs in de detective- en politieseries komen de mannen steeds meer op het tweede plan en maken vrouwen meer de dienst uit. Van oudsher waren politieseries de masculiene tegenhangers van de soap. Niet alleen doordat mannen de hoofdrol hadden als dader en speurder. Ook het model van het verhaal is masculien in tegenstelling met dat van de soap. In de detective zat een lijn: er moet iets opgelost, er moet een clou zijn, een plot. De hoofdpersoon had een masculien profiel: niks praten over gevoelens, maar hard, slim en sterk zijn. De slachtoffers doen niet echt terzake, maar de jager en zijn prooi staan centraal. Karakters waren eenduidiger dan in de soap: goed of slecht. Meer en meer komt er de klad in het masculiene scenario. Hoofdpersonen blijken gevoelens te hebben, een privéleven ook en maken ons daar deelgenoot van. We moeten meeleven. Niet alleen met het slachtoffer, maar vaak ook nog met de dader. Soms wordt de misdaad niet eens opgelost, of kennen we de intrige al vanaf de start. Daders, slachtoffers en speurders blijken gecompliceerde personages met leuke en minder leuk trekjes. Onze detectives versoapen met rasse schreden.

Van oudsher zijn organisatie-veranderaars van het hard-boiled-detective-model: "niks praten over gevoelens, maar hard, slim en sterk zijn, de slachtoffers doen niet echt terzake: Er moet iets opgelost." Het zou interessant zijn als onze organisatiegoeroes en onze organisaties wat zouden leren van de veranderingen in het detectivegenre. Leve de soap!




Meer weten over soaps http://books.google.com/books?id=rLMDy4mofWUC&pg=PA31&lpg=PA31&dq=soaps+kijkers,+vrouwen&source=bl&ots=u2Jic6CgCb&sig=e9QwV_3GmJCKRxeDdRZiQBTMLKc&hl=nl&ei=lcsZTYTXCYP68Ab9qqW6DA&sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=1&ved=0CBYQ6AEwAA#v=onepage&q=soaps%20kijkers%2C%20vrouwen&f=false
http://nl.wikipedia.org/wiki/Soapserie

Sneaky fucker rules. Wat organisaties van soaps kunnen leren 1.

"Je kunt niet zien wat je niet kent" is de cruijffiaanse samenvatting van een forse stapel hersenonderzoek. Een dikke eeuw lang zagen diergedragskundigen, met een slecht gelezen Darwin in de achterzak, ongeveer het volgende. Er is een kudde herten (of vul elk ander type zoogdier en pas het verhaaltje aan). De mannelijke herten met de grote geweien betwisten elkaar het leiderschap over de kudde door te vechten en hard te brullen. Het mannetje met het grootste gewei wint. Als beloning mag dat best bedeelde mannetje bij alle vrouwtjes een klein hertje maken. En dat is maar goed ook, want zo komen er steeds weer sterke nieuwe hertjes. Dit is nog altijd het sjabloon voor het gemiddelde boek over leiderschap en management.

Bij de biologen is ongeveer 20 jaar geleden, dankzij DNA onderzoek, een nieuwe verhaallijn ontdekt, bekend als de "sneaky fucker theorie". Wat bleek: tenminste de helft van de kleine hertjes was helemaal niet verwekt door één van die druktemakers met een groot gewei. Terwijl die alfa-males zich uitsloofden met elkaar, zagen de andere herten hun kans schoon en gaven hun DNA door. Dat speelde zich (sneaky!) af in dezelfde bosjes waar onze (OK, mannelijke) ethologen lagen met hun verrekijkers."Je kunt het pas zien als het door hebt" meldde ons Orakel uit de Arena al.

Voor deze nieuwe verhaallijn hebben onze managementgoeroes en leiderschapsorakels nog geen oog. Keken ze maar meer naar soaps. Voor de soapologen onder ons is de sneaky fucker natuurlijk een vertrouwde figuur. Er is geen relatie zo stabiel, of positie zo gevestigd, of er zit een sneaky fucker sideplot aan. Zonder sneaky fuckers was de soap ten dode opgeschreven.
Hoe zou ons leiderschapsvertoog er uit zien als een equivalent van de DNA-schokgolf door de theorie zou gaan? Wat gebeurt er eigenlijk in organisaties, terwijl er geburld wordt in de boardrooms? Hoeveel heilzame invloed komt er eigenlijk werkelijk van de top? Zijn er andere leiderschapskwaliteiten dan passen in het cluster van de agressie, alfamale en concurrentie? Andere waardering van zorg, coöperatie en coalitie in organisaties?

Voor de ontdekker van de sneaky fucker theorie John Maynard Smith, zie:
http://www.telegraph.co.uk/news/obituaries/1459906/Professor-John-Maynard-Smith.html
http://video.google.com/videoplay?docid=-5719510285700008320#

dinsdag 16 november 2010

Beetje baldadig of terroristisch tuig?

Bejaarden lastig vallen, dreigen door de brievenbus van de buurvrouw te pissen, aan onze meisjes zitten, normaal zou je natuurlijk het leger af sturen op het terroristische straattuig of hem op zijn minst zijn paspoort ontnemen. Tenminste als het een der hunnen is. Als het een der onzen is laat je hem zijn excuses aanbieden, dat dan weer wel: een beetje baldadig geweest, niet zo gentlemanlike, krijgt thuis straf, houdt zich voorlopig gedeisd. Een tekstboekvoorbeeld van particularisme. Particularisme versus generalisme is één van de zeven dimensies van de cultuurdeskundige Fons Trompenaars. Generalisten vinden dat er algemene regels zijn en dat die voor iedereen moeten gelden. Particularisten vinden dat de omstandigheden en de persoon van de overtreder bepalen of de regel in een speciaal geval moet worden toegepast of niet. Het is een spectrum waarbij Nederlanders over het algemeen nogal sterk in de generalistische hoek zitten. Trompenaars gebruikt zelf graag het voorbeeld van de aanrijding. U zit naast een goede vriend, hij heeft een nieuwe auto die lekker snel kan, je mag maar 50, hij gaat harder, hij rijdt iemand aan. Hoe gaat u getuigen? Gaat u een voor hem belastende (universalisme) of ontlastende (particularisme) verklaring afleggen? Je kunt de casus telkens weer een beetje nuanceren om de schaal te verfijnen: wat als u hem gewaarschuwd had en hij het toch deed, wat als het slachtoffer dood gaat, wat als de chauffeur uw 18 jarige zoon is etc, etc. We blijken allemaal uiteindelijk wel op te schuiven in het spectrum, maar hebben gemiddeld genomen een nationale voorkeur. Die zou je cultuur kunnen noemen. Wilders blijkt dus onnederlands particularistische opvattingen te hebben. Hij bevindt zich daarmee in het het gezelschap van vele groten der aarde: Bush, Berlusconi, Lodewijk de XIV.... Wilders aanvoerder der Hunnen!
Meer weten? :http://en.wikipedia.org/wiki/Fons_Trompenaars
www.mt.nl/1/634/home/fons-trompenaars.html

zondag 8 augustus 2010

Unisex of Madmen?

"Oe iez tie maaen and oe iez tie woeman??" sliste mijn Italiaanse kennis, vertwijfeld starend naar een Nederlands unisexpaar op het terras. U kent ze wel: sportschoenen, beige kuitbroek en ruimvallend t-shirt, Gaastra-jassen, kortgeknipte grijze hoofden en een schoudertas. De cultuurverschillen in en notedop op dat terras. Nederland scoort zeer hoog op de feminiene ladder, net onder de toppers Noorwegen en Zweden. Italië staat nummer 7 op de ladder voor masculiteit, onder bijvoorbeeld Oostenrijk, Venzuela, Japan en Slowakije. Masculien betekent dat de emotionele sexerollen gescheiden zijn: mannen zijn hard, vrouwen zijn zachter. In feminiene culturen overlappen de rollen van de sexen elkaar: mannen mogen ook zacht en zorgzaam zijn. Masculiene culturen vinden verantwoordelijkheidsgevoel, besluitvaardigheid en eerzucht typisch mannelijke eigenschappen en zorgzaamheid en zachtaardigheid typisch vrouwelijke.
De scheidslijn tussen feminiene en masculiene landen is verwarrend. Zowel rijke als arme landen kunnen feminien zijn. Soms liggen ze vlak bij elkaar: Slowakije is de masculiene topper, terwijl Slovenië in de feminiene top 5 zit. Veel landen in onze buurt zijn masculien: Duitsland, België, Groot Brittannië en Luxemburg. Frankrijk, Spanje en Portugal zijn echter weer behoorlijk feminien. Sommige feminiene landen liggen mijlen ver weg: Suriname, en veel andere Zuid Amerikaanse landen bijvoorbeeld. Deze culturele verschilfactor leidt dan ook gemakkelijk tot verwarring en misverstanden.
Voor de goede orde: feminien is niet hetzelfde als feministisch. In masculiene landen bestaan net zo goed feministen als in feminiene. Alleen willen ze wat anders. In masculiene landen willen ze vooral gelijke rechten voor vrouwen. In feminiene landen willen ze dat mannen ook gaan zorgen.
Er is een grote rage rondom de serie Madmen over de Amerikaanse reclamewereld in de jaren 50/60. Madmen is masculiniteit in motion. De succesvolle hoofdpersoon Don Draper leeft om te werken, gaat vanzelfsprekend vreemd en moet zijn gevoelens van verdriet verbergen. De competitie is openlijk en snoeihard, ego's zijn opgeblazen, wie zwak is, is een "loser". Betty is Dans beeldschone "trophywife". Zij zorgt voor haar uiterlijk, hun kinderen, de inrichting van hun huis en hun leefomgeving (als de watervoorziening in het dorp in gevaar dreigt te komen). Don pronkt met haar schoonheid, en moet in ruil haar ambities waarmaken. Zij voedt de kinderen op, maar hij moet ze disciplineren, bijvoorbeeld het "agressieve" gedrag van dochter Sally. Dan rijdt de luxe sedan, Betty rijdt de stationwagon. Peggy Olson, de enige vrouw die probeert in de mannenwereld van Madmen carriëre te maken, blijft ongehuwd, is het object van misbruik en spot. De homoseksualiteit van de artdirector is onmanlijk en dus onbespreekbaar.
Nee dan de feminiene cultuur: daarin is het verwijzen naar typisch vrouwelijke of mannelijke eigenschappen taboe. Vaders en moeders voeden samen op. Je werkt om te leven. Uitblinken is verdacht, bescheidenheid is de norm. De zwakkeren moeten geholpen en gesteund. Behoefte is meer een uitgangspunt voor de beloning dan prestatie. Agressie en competitie zijn ongewenst, ego's moeten verstopt worden. Er wordt meer gesproken en gelezen over relaties en gevoelens. Partners delen dezelfde auto. De houding ten opzichte van single of homoseksueel zijn is toleranter.

Ondertussen in Nederland: Docenten en beleidsmakers op het gebied van onderwijsvormen met hun ideeën over onderwijs en opvoeding de extreem feminiene cultuur van de Nederlandse bovenlaag. Dat betekent: veel aandacht voor zwakke leerlingen wier prestaties moeten worden opgekrikt, weinig aandacht voor competitie en uitblinkers; voorkeur voor vriendelijke docenten die dicht bij de leerling staan, in plaats van briljante docenten; meer aandacht voor verbanden, communicatie en relaties, minder voor feiten; minder nadruk op individuele prestaties, meer op groepswerk; nadruk op talenten en ontplooiing in plaats van op arbeidsmarkt en carriëremogelijkheden, etc. Hun leerlingen, of ze nu uit een arbeidersgezin of uit een gezin van "nieuwe Nederlanders" komen, zijn meer en meer grootgebracht met de waarden uit een meer masculiene cultuur. Dat botst, met name voor jongens. De waarden van "onze" feminiene cultuur zijn immers in een masculiene cultuur meer geassocieerd met de vrouwelijke rol dan met de mannelijke. Jongens willen geen "sissies" of "puffs" zijn. Misschien is wat meer Madmen en wat minder unisex goed voor het onderwijs.

Don Draper in competitie: http://www.youtube.com/watch?v=5y4b-DEkIps
Over de serie: http://www.youtube.com/watch?v=j0qEL76eJvw
Zie Betty Draper: http://www.youtube.com/watch?v=bH_i49BeJGA
Zie Peggy Olson: http://www.youtube.com/watch?v=DxZ3A9giyIo
Peggy bij de gynacoloog: http://www.youtube.com/watch?v=U1bPoSEii2M
Maak je eigen Betty Draper kapsel: http://www.youtube.com/watch?v=HAS9hdKN3h4&feature=related,

vrijdag 11 juni 2010

Marokko aan de Maas

Limburg is hét PVV-bolwerk gebleken. NRC-Next analyseert dat Limburgers meer dan hun noorderburen denken in cliëntalisme. Als je van mijn clan bent krijg je mijn stem. Als ik je mijn stem geef, doe je wat voor mij. Het is één van de vijf cultuurcategorieën van Hofstede: collectivistisch versus individualistisch.
In een collectivistische cultuur moet je je vooral gedragen als onderdeel van een groep. Je moet trouw zijn aan waar je uit voortkomt: je familie, je clan, de streek, je land. Het privéleven is ondergeschikt aan de groep. Je deelt vooral de mening van jouw groep. Vaderlandsliefde is belangrijk: eigen volk eerst. Schaamte speelt een grotere rol dan schuld. Gezichtsverlies is een issue. Patronage en cliëntalisme bepalen de verhoudingen tussen wie boven staat en wie onder zit: bescherming in ruil voor loyaliteit. De harmonie staat centraal, dus je gaat de directe confrontatie liever uit de weg.
Bij de individualistische culturen gaat het om eigenheid en onafhankelijkheid. Daar hebben mensen meer recht op privacy, en individuele vrijheid. Iedereen moet vooral een eigen mening hebben, ook jongeren. Eerlijk zeggen wat je denkt, telt, ook al is het confronterend. De homo economicus rules: je hebt een contract zo lang het voor beide partijen voordeel oplevert. Gelijke behandeling zonder voorkeur voor "eigen" groepsleden zit diep in de mentale software. Een bizar detail: mensen lopen gemiddeld harder in de individualistische cultuur dan in de collectivistische.

Volgens Hofstede is Nederland een voorbeeld van een land met een hoge score op individualisme, net als Noord-Amerika, en veel westerse landen. Indonesië en Panama en veel andere Zuid- en Midden Amerikaanse landen scoren hoog op collectivisme. Suriname, Marokko en Turkije zitten ergens in het midden.

Cultureel gezien ligt Limburg dus dichter bij Marokko dan bij de Randstad. Is dit nou wat Wilders bedoelt met die oprukkende islamisering? Zijn PVV is als eerste ten prooi gevallen aan deze culturele invasie? Ben benieuwd hoe hard ze lopen.

Meer weten:culturele dimensies

woensdag 2 juni 2010

Doe maar gewoon?

Mensen leven in groepen, en die groepen verbinden zich door "cultuur". De mensen waarover we spreken als "wij" sluiten we daarmee in, en de mensen waarover we spreken als "zij" sluiten we daarmee uit. Cultuur gaat over uiterlijke dingen: wel of niet oranje klompen dragen, met een zachte "g" praten en je haar blonderen, wel of geen slakken eten, een tatoeage of een burka dragen. Het merendeel van de cultuur is echter onzichtbaar. Daar loop je tegen aan, of liever daar bots je met elkaar op. Opvattingen over wat beleefd gedrag is, over hoe je baas met jou moet omgaan en jij met je baas, opvattingen over opvoeding, over wat vies is en wat niet.

Wat elke burger, zeker elke wereldburger, zou moeten weten is, dat er zulke "denkramen" bestaan. Dat is het eerste stadium van preventie van misverstanden. Weten dat we allemaal een raam hebben en daardoor niet naar dezelfde voortuin kijken.
Ten tweede zouden we de "grondplannen" van de cultuur moeten kennen. Er zijn verschillende criteria om die grondplannen in te delen.
Wist u bijvoorbeeld dat wij in Nederland extreem zijn? Geert Hofstede is één van de twee bekende Nederlandse wetenschappers op het gebied van cultuurverschillen. Hij noemt 5 categoriën waarin we van elkaar kunnen verschillen. Eén categorie meet de graad van ongelijkheid tussen mensen die door de bevolking normaal gevonden wordt, acceptatie van machtsafstand.

Een grote acceptatie van machtsafstand gaat onder meer gepaard met het benadrukken van gehoorzaamheid en respect en een neiging tot centralisatie. Een geringe acceptatie van machtsafstand gaat gepaard met meer zeggenschap van medewerkers in de organisatie/maatschappij. Nederland bekleedt op een schaal met 74 landen de 61ste plaats. Vandaar onze gevleugelde uitdrukking "doe maar gewoon". Je mag je niet openlijk voor laten staan op je hogere positie of je beter komaf. Suriname bijvoorbeeld staat op de 9de plaats, Turkije en Vlaanderen zitten vlak bij elkaar in de 30. Daar mag je, moet je zelfs, laten merken dat je de baas bent. Niks je baas tutoyeren of bij de voornaam noemen.

Nederlanders nemen elkaar graag en public de maat, dat past bij een geringe machtsafstand. We sloten niet voor niets Maxima in ons hart, toen zij Willem Alexander op de nationale televisie "een beetje dom" noemde. Die was ingeburgerd! Dat had ze een Argentijnse echtgenoot écht niet moeten flikken.

In mijn praktijk kom ik dan ook regelmatig enorme misverstanden tegen tussen Nederlandse en Vlaamse ambtenaren. Voor een Vlaming is openlijke kritiek gezichtsverlies, of insubordinatie. Of frictie tussen Surinaamse en Nederlandse colega's. Wat in Suriname een gepaste machtsafstand is tussen een baas en een ondergeschikte, vinden veel Nederlanders autoritair gedrag. Stel je eens voor wat er kan gebeuren met de Surinamer die chef wordt van zijn vroegere collega's.

Ook opvattingen over gedrag tussen leerlingen en leraren hangen met dit cultuurverschil samen. In Nederland waarderen we een leerling die veel vragen stelt en een leraar die zijn les afstemt op de leerling. Op het HBO maakt de de leerling zijn eigen leerplan en formuleert leervragen. In landen meer aan de andere kant van het spectrum zit een goede leerling stil en wacht tot de leraar hem wat vraagt. De leerling die vraagt is brutaal. De goede leraar weet wat de leerling moet leren en legt dat (nog één keer) uit. Stel je de mogelijke misverstanden voor over "goed gedrag" tussen Turkse ouders en hun kinderen en een Nederlandse leerkracht.

Overigens verschillen "de Nederlanders" onderling ook nogal. In lagere klassen en in het zuiden is de acceptatie van machtsafstand vaak groter dan in de hogere klassen en in het noorden. Als we met elkaar willen samenwerken en misverstanden en conflicten willen voorkomen, moeten we elkaar leren kennen. Leren op welke terreinen de meer verborgen cultuurverschillen kunnen zitten. De volgende stap is onze plek leren kennen in het spectrum ten opzichte van degenen die we ontmoeten. Hoe gewoon zijn we eigenlijk, of liever gezegd hoe extreem? "Doe maar gewoon" blijkt behoorlijk extreem.
Meer weten: Hofstede

zondag 30 mei 2010

Breng je brein in cultuur: bebouw je geest

Een denkraam, we hebben er allemaal één. Je denkraam bepaalt je uitzicht op de wereld. De gedachte, dat we allemaal hetzelfde uitzicht hebben, is de moeder van alle misvattingen. Stel je voor: je staat allebei voor je raam en kijkt naar buiten. Met de telefoon in de hand praat je over de buitenwereld. Eerst is er de verwarring dan volgt de verbijstering. Binnen de kortste keren probeer je elkaar te overtuigen. De ander moet door zijn raam zien, wat jij door jouw raam ziet. Dan komen de conclusies: de ander is raar, dom, slecht (want anders zou hij toch zien wat jij ziet). In het echte leven wordt het daarna tijd voor de PVV of een missie met precisiebombardement.
Natuurlijk, voor een deel lijken onze uitzichten op elkaar. We hebben allemaal een voortuin: we zijn allen mensen en hebben een vergelijkbare hersenstructuur. Die is biologisch, evolutionair bepaald. (Met deze opmerkingen sluit ik al een aantal denkramen (uit) natuurlijk).

Onze sociale omgeving bepaalt onze cultuur. Onze cultuur vormt ons beeld van de buitenwereld. Cultuur is de tuinaanleg: wat je ziet door het denkraam. Cicero had het al over "het bebouwen van de geest". Cultuur komt van het Latijnse woord "colere", wat bebouwen, bewerken, vereren, versieren, onderhouden betekent. Cultuur of beschaving, in brede zin kun je omschrijven als "het geheel van kennis, overtuigingen, kunst, moraal, wetten, gewoonten, opvattingen en gebruiken die mensen verwerven als lid van een gemeenschap." Wat er in je voortuin staat is dus vooral bepaald door de groep waar je bij hoort, of bij wilt horen. Begonia's en bierkratten, of een Thaise tuinbank en een bolrobinia, of toch liever een thujahaag en een beschilderde dakpan. Die verschillen kan je zelfs niet met meters oranje plastic verdoezelen.

Natuurlijk heeft elke voortuin een unieke persoonlijke touch. We hebben allemaal een persoonlijkheid: een door combinatie van aanleg en biografie gevormd karakter. De geur en kleur van onze individualiteit. Voor onze persoonlijkheidsverschillen is in training en coaching veel aandacht: kernkwadranten, leerstijlen, teamrollen, interventiestijlen en ga zo maar door. Ook genderverschillen mogen zich verheugen in de aandacht van trainers en hun meesters. Het gaat dan om het kennen van jezelf en je collega's en (in mindere mate) hoe je met die onderlinge verschillen kunt omgaan. Dat managen van diversiteit wordt steeds belangrijker. Het mooiste is als die verschillen niet alleen gemanaged worden, maar ook vruchtbaar gemaakt. Kortom als diversiteit geen handicap is of "uitdaging", maar juist een rijk lustoord dat aangelegd en onderhouden kan worden.

Ik wil hier graag pleiten voor verdere "bebouwing van de geest" als het gaat om cultuurverschillen. Cultuurverschillen spelen in elke organisatie. Het gaat niet alleen om verschillen tussen wat we met steeds mijdspreukiger termen benoemen als allochtonen en autochtonen, mensen met een diverse culturele achtergrond, etc. Het gaat ook om verschillen tussen mensen met rijen in Nederland geboren voorouders. Het kan gaan een verschillende sociale klasse, van het platteland of juist uit de stad, van onder of boven de rivieren, met een technische opleiding of een meer mensgerichte en zelfs generatieverschillen. -wordt vervolgd-

donderdag 20 mei 2010

Geen gezeik, iedereen rijk: infecteer je netwerk met geluk!

In netwerken wordt alles, van dik worden, scheiden, mexicaanse griep tot emoties, bliksemsnel verspreid, zo betoogt de netwerkwetenschapper Christiakis . Het lijkt er op dat we in Nederland druk bezig zijn aan een collectieve depressie onder invloed van berichten over de crisis. De somberte verspreid zich als een ware infectie. Als econoom weet ik natuurlijk als geen ander, dat de conjunctuurbeweging eigenlijk parallel loopt met golven in onze perceptie. We rekenen ons rijk, en als we stoppen met geloven, stort de economie als een piramidespel in elkaar. Onze euro is alleen maar een daalder waard zolang wij (en de anderen) er in blijven geloven.
Als coach leer je, dat geluk en succes ook erg afhankelijk zijn van "geloof". Wie gelooft in zichzelf wie komt verder. Wie zich gedraagt alsof hij het succes al heeft, maakt meer kans om het te krijgen. Leer de cliënt zijn kin een paar centimeter hoger te houden en de sombere gedachten verdwijnen grotendeels, één van de weinige "proven technologies" uit de psychologie (en een stuk goedkoper dan een analyse van 15 jaar). "Fake it, till you make it", is dus een heel goede leidraad.
In de organisatiepsychologie kennen we het "pygmalion effect". Medewerkers worden niet wie ze zijn, zoals de populaire slogan luidt, maar wie de baas denkt dat ze zijn. Verwacht meer van je medewerkers en ze presteren beter. Een bedrijf met veel ‘psychologisch kapitaal’, lees een goede sfeer en onderling vertrouwen komt sneller uit een crisis en heeft meer kans op stijgende aandelen.
Ergo, laten we de crisis niet bestrijden met draconische bezuinigingen, aangesnoerde broekriemen en sombere soberte (het recept van al onze politieke partijen). Laten we zo snel mogelijk beginnen met het "desinfecteren" van onze netwerken. We injecteren onze omgeving met geluk, optimisme, en goede verwachtingen en denken onszelf uit het dal.
Geen kieswijzer en gewijs naar de politiek. Iedereen kan nu meehelpen met dit BreinBosplan om de crisis te bestrijden. Geen gezeik meer, zelfhulp. Kop, of liever gezegd kin, op. Stretch je brein en tel je zegeningen. Verzin dagelijks bijvoorbeeld één voordeel dat de crisis jou gebracht heeft (ontsnapt aan die uitzichtloze baan, meer tijd voor de kinderen, of om te sporten, of de zolder op te ruimen, eindelijk weer een gescrabbeld, tijd voor ongelezen boeken en straffeloos surfen in de baas zijn tijd, etc.). Denk positief over de toekomst en de mensen in je omgeving. Zoek naar inspiratie, vervulling en genoegen. En vertel het door aan zo veel mogelijk mensen in je netwerken (daar heb je immers toch de tijd voor), liefst op een zonovergoten terras.

check over netwerken: "ted.com"
over verwachtingen:wikipedia.org
over pygmalion: (zie o.a. K.S. Cameron, J.E. Dutton, R.E. Quinn (2003). Positive Organizational Scholarship, Foundations of a new discipline. Berrett-Koehler. San Francisco, blz 48-65)
over geluk en beurskoersen:books.google.nl