zondag 3 april 2011

Stemmen zoals je geboren bent?

De psycholoog en hersenwetenschapper Haidt stelt dat onze moraal, en daarmee politieke voorkeur cultureel bepaald is en waarschijnlijk zelfs aangeboren is. Hij stelt dat in elke cultuur morele opvattingen bestaan op de volgende terreinen:
zorg en bescherming (wat beschouwen we als gevaarlijk, wat als veilig, wie verdient zorg en bescherming, wie moet die geven, wat en wie beschouwen we als kwetsbaar en hoe moet je daar mee omgaan, waar en onder welke omstandigheden voel je empathie en wat doe je daar mee)
loyaliteit (groepsbinding: wie hoort er bij ons en wie niet, met wie werk je samen, wanneer mag je wie uitsluiten, ?)
authoriteit (wie is er boven en wie is er onder, wie is aan wie eerbied verschuldigd, en hoe ga je om met die verschillen)
rechtvaardigheid (hoe zijn de verdelingen geregeld, welke verplichtingen gelden er voor wie, wat is een goede en rechtvaardige uitwisseling)
reinheid (integriteit van het lichaam (bijvoorbeeld wat mag je in je lichaam (en dat van een ander) steken, waar wel en waar niet, wie wel en wie niet, wie beslist daarover), wat beschouw je als gezond/ongezond, wat wekt walging, wat is schaamtevol, wat is heilig, wat is kuis en wat onkuis, welke lusten moet je onderdrukken en hoe, hoe ga je om met impulsen)

De morele matrix
Allereerst merkt Haidt op dat morele oordelen heel wat verder gaan dan alleen oordelen over rechtvaardigheid. Op elk van deze tereinen hebben mensen stevige opvattingen. Ze hebben vaak fysieke reacties bij afbeeldingen of opmerkingen die niet stroken met hun opvattingen: ze walgen, ze worden er misselijk van. Mensen hebben niet alleen verschillende opvattingen op elk van deze terreinen, ze verschillen ook van mening over het relatieve belang van die terreinen. Progressieven hechten bijvoorbeeld gemiddeld meer aan rechtvaardigheid en zorg. Conservatieven geven de categoriën een meer gelijk gewicht en hechten relatief minder belang aan bescherming en aan rechtvaardigheid. Haidt noemt dat morele diversiteit.
Conservatieven en progressieven verkeren als het ware in parallele werkelijkheden. Haidt trekt de vergelijking met de film The Matrix. Hij bepleit een dialoog buiten wat hij noemt de morele matrix waar we in gevangen zitten. Die dialoog begint met het erkennen van de fysieke en emotionele geworteldheid van onze moraal. Erkenning van die emoties en dat we daar maar weinig vat op hebben is een begin in het morele (en dus het politieke) debat. Die emoties zijn vaak gekoppeld aan het verschil in gewicht tussen de categoriën, dat verdient erkenning. Een conservatief kan over zijn nek gaan van "vieze" plaatjes en praatjes, terwijl de progressief iets heeft van "dat moet je zelf maar weten". Pas daarna kun je per categorie het over de inhoud gaan hebben.



Diversiteit
Haidt stelt dat onze hersenen al een geneigdheid , een "bedrading", hebben als we geboren worden. Die bedrading kan gemeten worden met vijf indicatoren, ook wel de grote vijf van persoonlijkheidskenmerken genoemd. Het gaat dan om :
extravert versus introvert
rustig versus onrustig
ordelijk versus wanordelijk
meegaand versus dominant
behoudend versus vernieuwend.
Haidt stelt dat behoudzucht, wantrouwen en angst voor verandering typisch zijn voor mensen met een conservatieve kijk op de wereld. Openmindedness, vertrouwen en nieuwsgierigheid zijn typsch voor een meer progressieve kijk. Je politieke voorkeur is daarmee minder een vrije keuze en meer aangeboren (zie ook http://www.edge.org/3rd_culture/haidt07/haidt07_index.html , en http://www.edge.org/3rd_culture/morality10/morality.haidt.html (ook met een filmpje).

Haidt stelt dat de moraal en deze mindsets nuttig zijn voor de groepsvorming. Gedurende de evolutie hebben beide types "overleefd" . In deze spreiding zit dus waarschijnlijk een overlevingsvoordeel. Samen zorgen samen voor sociale cohesie zo blijkt uit de speltheorie, het is een kwestie van sociale entropie. Openheid en vertrouwen garanderen vernieuwing en snelle ontwikkelingen. Als openheid, vertrouwen en hulpvaardigheid een tijd de overhand hebben gehad, bestaat het risico van free-rider-gedrag. Sommige mensen gaan misbruik maken van het vertrouwen van de anderen. Het is dan weer tijd voor meer wantrouwen, orde en bestraffing. De tijd is dan rijp voor conservatieve orde.


De spreiding in morele oriëntatie, de morele diversiteit, zorgt voor een soort politieke golfbeweging die de stabiliteit van de maatschappij, de groep, bevordert. Morele diversiteit is dus in ons aller voordeel. We zouden daar met meer respect mee om kunnen gaan en zinvoller dialogen kunnen ontwikkelen. Minder op de man spelen en meer begrip en respect voor elkaars morele positie dan het huidige politieke debat is Haidts advies.

Wie zijn eigen morele brein wil onderzoeken, dat kan op http://www.yourmorals.org/

Kijk voor meer op:
over Haidt http://en.wikipedia.org/wiki/Jonathan_Haidt
http://www.ted.com/talks/jonathan_haidt_on_the_moral_mind.html
over de aangeboren moraal lees: http://www.nytimes.com/2007/09/18/science/18mora.html?_r=1&pagewanted=all

dinsdag 29 maart 2011

Wat Sap kan leren van Wilders. Breinpolitiek 2

Teeven, Wilders en Verhagen zijn natuurlijk vreesmannen: veiligheid voorop (vijand komt van buiten), privacy kan best wat minder (prijs die moet worden betaald), harder straffen, fermer optreden, meer eisen stellen (aan allochtonen en uitkeringstrekkers), grenzen dicht, korter en harder studeren (discipline), ontwikkelingshulp weg, subsidies stoppen (worden mensen maar zwak van), meer ruimte voor ieder voor zich, harder rijden (om de concurrentie voor te blijven).

Sap, Cohen en Pechthold zijn vertrouwenmensen: solidariteit met de zwakken, vluchtelingen helpen, eerlijker verdelen , ontwikkelingssamenwerking, milieubescherming (zorgen), coulantie met studenten met een tweede studie (foutje moet kunnen), emancipatie, zwangere vrouwen kunnen kiezen voor abortus (zelfbeschikking), taakstraffen (je moet er wat van leren en je moet herstellen) en heropvoeden.

Mensen kunnen op verschillende gebieden verschillende verhalen hanteren. Wilders kan thuis van het Vertrouwen zijn, terwijl Pechthold misschien op de training bij de hockeyclub van de Vrees is. Toch kunnen ze vinden, dat ze helemaal niet inconsequent zijn. Volgens Lakoff komt dat omdat we die verschillende gebieden in onze hersens (sport en staat, thuis en politiek) niet verbinden. Wie op zondag naar met het gezin naar de kerk gaat, kan heel goed op zaterdag een minnares hebben. Verschillende werelden zo lang de minnares maar niet naar de kerk komt.

Het kunnen werken met die grote verhalen van Vrees en Vertrouwen is cruciaal voor politici, zegt Lakoff. Wilders is er een meester in: framing. De islamisering is iets wat ons overkomt, dat van buiten komt (en dat dus in het vreesverhaal wel eng en gevaarlijk moet zijn). Koppel dat aan tsunami en het wordt nog enger, je gaat er dood aan. Hij hoeft het niet te zeggen, want de koppelingen zitten al in ons brein.

Lakoff stelt dat de conservatieven in het algemeen veel beter zijn in het werken met die koppelingen en verhalen. Bushes "war on terror" is een voorbeeld: in een oorlog gelden gewone wetten niet, en vallen slachtoffers voor het goede doel. Conservatieven winnen veel stemmen, doordat ze gebruik maken van marketingstratgieën. Die kennen ze ook, omdat ze meer dan de linksen in het bedrijfsleven werken. Wilders is er ook in geslaagd de linksen tot de "ander" te maken, onderdeel van de boze buitenwereld. "Linksen zijn elitaire plucheplakkers die ons opschepen met allochtone buren en zelf op de grachtengordel wonen." Hijzelf is daarentegen "zichzelf" (geblondeerd, raar kapsel), en daarmee een outsider, dus niet aan de kant van de heersende elite. Niet gek voor iemand die zelf zijn carrière al meer dan 30 jaar op het pluche maakt.

Progressieven zijn daar nou juist niet goed in, aldus Lakoff, in framen. Linksen gaan het (trouw aan het vertrouwenverhaal) uitleggen en geven argumenten waarom hun standpunt beter is. "Het moet eerlijker", dat is reactief in plaats van verhalend. Linksen hebben ook meer moeite met de beeldcultuur. Het vertrouwenverhaal leert immers dat het goed is om jezelf te zijn. Rechtsen weten dondersgoed dat je wel jezelf moet zijn, maar wel op een manier die goed ligt bij het publiek. Cohen is natuurlijk helemaal zichzelf, maar zijn aarzelende, onderzoekende spreekstijl onderstreept nog eens het imago van grachtengordeldier.

Wie er iets meer kaas van gegeten lijkt te hebben is Jolande Sap. Uiterlijke make-over: nieuwe make-up en leuke rode pakjes (boodschap: ik ben een lekker ding). In de Opzij vertelt ze over haar moeilijke jeugd en eenvoudige komaf (boodschap: ik ben maar een heel gewoon meisje en hoor niet bij de elite). Zodra het over de politiek gaat, duikt ze echter weer de inhoud en de argumenten in. Met de tekst "dat je blij mag zijn dat je belasting mag betalen" gaat ze er niet komen. Daarmee kun je het niet winnen van de framers en marketeers van conservatieve huize, zo stelt Lakoff.
Zou er nou niemand zijn die een goed verhaal kan maken voor die vrouw? Get your brains together!

Meer lezen:
http://www.wwcd.org/issues/Lakoff.html
http://en.wikipedia.org/wiki/George_Lakoff
http://berkeley.edu/news/media/releases/2003/10/27_lakoff.shtml
Lakoff site:
http://georgelakoff.com/

maandag 28 maart 2011

Vrees of Vertrouwen? Breinpolitiek 1

Vrees of Vertrouwen? Dat is de grote vraag, volgens George Lakoff, de bestseller auteur van "Don't think of an elephant" en "The political mind." Hij stelt, dat we de grote politieke tegenstellingen kunnen terugbrengen tot twee "grote verhalen". Ofwel je bent van het verhaal van de Vrees, de strenge vader, ofwel je bent van het verhaal van het Vertrouwen, de zorgzame ouder.
Het verhaal van de strenge vader gaat als volgt: het is een zootje in de buitenwereld, als kind wordt je onnozel geboren, je hebt bescherming nodig. Voor je veiligheid is het nodig dat je de wereld leert kennen en het onderscheid tussen goed en kwaad. Pappa kent de boze buitenwereld, en weet er mee om te gaan (mammie niet). Daar houdt pappa zich immers de hele dag staande (in competitie: may the best man win) met de broodwinning voor het hele gezin. Zonder discipline is er sex&drugs&rock&roll, verval en verleiding. Pappa leert je discipline door afschrikking, vrees. Pappa doet je pijn als je stout bent, maar hij doet het voor je eigen bestwil. Een goede vader is streng, zijn wil is wet. Het rechte pad is smal en kronkelig. Een goed kind (en een goede vrouw) is gehoorzaam. Toegepast op de staat ("Vadertje Staat")wordt de gezinsmetafoor het volgende verhaal: Hulp en medelijden maken zwak, zwak zijn is gevaarlijk, wie zwak is had niet genoeg discipline, dat is je eigen schuld. Kernwaarden zijn: gehoorzaamheid en discipline. Doctor Phil plus, zeg maar.

Het verhaal van de zorgzame ouder gaat zo:
ouders (vaders zowel als moeders) stimuleren hun kinderen om verantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen leven. Ze leren hen te zorgen voor anderen, de gemeenschap en de planeet. Daartoe moeten ouders wel grenzen stellen (en die uitleggen), maar ook vertrouwen en ruimte geven om te experimenteren. Ouders geven het goede voorbeeld. Het kind ontwikkelt een toenemend gevoel van verantwoordelijkheid. Van fouten kan en moet je leren. Wie de fout in gaat, krijgt uitleg over hoe het wel moet. Straf krijgen betekent dat "je het weer goed moet maken".
Kernwaarden zijn: empathie en zorg.

We stemmen niet rationeel met ons eigen belang voor ogen, zegt Lakoff. We stemmen op iemand die onze waarden weet te raken, die ons verhaal vertelt: Vrees of Vertrouwen.



Lakoff zien?: http://fora.tv/2009/08/03/Politics_of_Language_George_Lakoff

Lakoff en anderen kijken naar politici:
http://www.taalkliniek.nl/taalkliniek/?p=587

donderdag 27 januari 2011

Kiss beter dan Boss? Leiderschap in vogelvlucht

De meeste organisaties zijn gebaseerd op het Boss-principe. De baas met daaronder zijn ondergeschikten: de bekende hark. Een model gevormd naar ons beeld van de apenrots en de buffelkudde. Inmiddels heeft de wetenschap de code gekraakt van een heel ander organisatiemodel uit de dierenwereld: de vogelvlucht en vissenschool. U kent ongetwijfeld de prachtige patronen van spreeuwenzwermen, ganzenvluchten en scholen sardines. Hun gedrag riep de vraag op: Wie heeft hier de leiding? Hoe coördineren ze de boel? Allemaal vragen uit het paradigma van de apenrots.

Na jarenlange simulatiepogingen met ingewikkelde modellen bleek het een KISS-patroon: Keep It Simple, Stupid! Drie simpele regels toegepast door elke deelnemer aan de vlucht bleken genoeg. Bots niet, beweeg dezelfde kant op als de anderen, blijf in de groep:separation, alignment, en cohesion. Iedere spreeuw heeft ongeveer 7 andere spreeuwen in het vizier en past deze regels toe. Zodra één spreeuw een obstakel tegenkomt of een vijand bemerkt, neemt die zelf een initiatief. De rest volgt de drie regels. Het resultaat is, dat ieders denkkracht en observatievermogen wordt ingezet ten gunste van het geheel. Hadden de spreeuwen een baas gehad, dan waren ze al opgegeten of tegen het gebouw opgekwakt, voordat zijn stafmedewerkers hem op de hoogte hadden gesteld en zijn bevel alle andere spreeuwen bereikt had.

Hoe zou het zijn als we onze organisaties eens meer op dit model zouden baseren? Dat we vertrouwen op het observatievermogen en de intelligentie van alle medewerkers en dat het gedrag met 3 simpele regels gecoördineerd zou zijn. We can KISS the Boss goodbeye! Een organisatiedenker die al lang geleden op dat idee kwam is James Belasco. Hij schreef het boek "The flight of the buffalo" en pleitte voor het leren van de organisatie van een vlucht ganzen. De belangrijkste vraag: hoe krijg je de bovenbuffel zo gek dat hij een ganzengedrag vertoont?


Meer weten over deze wetenschap:
over vogelvluchten http://www.rug.nl/sciencelinx/exhibits/swarming/index
http://vroegevogels.vara.nl/Forum.35.0.html?&no_cache=1&view=single_thread&cat_uid=3&conf_uid=7&thread_uid=31921

over Belasco (kijk het ronkende filmpje): http://www.trainingabc.com/Flight-of-The-Buffalo-p-16781.html